oorsprong

De naam Poseidon heeft in tegenstelling tot die van de meeste andere goden, een Indo-Europese afleiding. Het eerste deel van zijn naam is de vocatief van het Griekse πόσις / pósis ("wettige echtgenoot") of Indo-Europese *pot- ("heer"): πόσει / pósei of πότει / pótei. Het tweede deel van zijn naam wordt door sommigen in verband gebracht met δᾶ / dã ("aarde") of -δᾶν / -dãn (cf. Zeus, "god").

In de overgeleverde Lineair B-kleitabletten komt de naam PO-SE-DA-O-NE ("Poseidon") vaker voor dan DI-U-JA (Zeus), wat erop lijkt te wijzen dat Poseidon in hoog aanzien stond bij de Myceners. Het is echter mogelijk dat we dit moeten nuanceren omdat Poseidon de voornaamste god in Pylos lijkt te zijn geweest, waar een groot aantal van deze tabletten is teruggevonden. Een vrouwelijke variant, PO-SE-DE-IA, is ook gevonden en duidt vermoedelijk op een verdwenen partnergodin. Tabletten uit Pylos melden offergaven die waren bestemd voor "de Twee Koninginnen en Poseidon" en aan "de Twee Koninginnen en de Koning", hoewel wa-na-so-i door Chadwick als een plaats of gebouw wordt beschouwd. Indien de "Twee Koninginnen" slaat op godinnen, gaat het waarschijnlijk om de aardgodinnen Demeter en Persephone of hun voorgangsters, godinnen die in latere perioden niet meer werden geassocieerd met Poseidon.

Poseidon stond al als "Aardschudder" bekend - E-NE-SI-DA-O-NE - in Myceens Knossos, een machtige eigenschap als men weet dat aardbevingen de ineenstorting van de Minoïsche paleiscultuur hadden begeleid. Opmerkelijk is dat in de zeer zee-afhankelijke Myceense cultuur tot nog toe geen enkele band tussen Poseidon en de zee is teruggevonden. Dit doet vermoeden dat Poseidon in oorsprong een chtonische god (d.i. een god met betrekking tot de aarde) was, die pas later zijn gezag over de zee kreeg.

Dit blijkt ook uit de mythen. Poseidon werd geboren als zoon van Kronos en Rheia, waaraan hij ook zijn epitheton Kronios ontleende. Hij zou samen met zijn broers en zussen zijn verslonden door zijn vader, die hen uitbraakte toen zijn jongste zoon Zeus hem onttroonde. Volgens anderen werd hij door Rhea, na zijn geboorte, onder een kudde lammeren verborgen en zijn moeder gaf voor te zijn bevallen van een jong paard, dat zij aan Kronos gaf om te verslinden. Een bron in de buurt van Mantineia, waar Poseidon zou zijn verborgen geweest, die Arne of "Lam(sbron)" werd genoemd, zou hieraan haar naam hebben ontleend. Volgens Ioannes Tzetzes droeg de voedster van Poseidon de naam Arne. Toen Kronos naar zijn zoon zocht, zou Arne hebben gezegd dat zij niet wist waar hij was. Aan haar zou de stad Arne zijn naam hebben ontleend. Volgens anderen echter werd hij op verzoek van Rhea door de Telchinens grootgebracht.

Na de overwinning op de Titanen en de vestiging van de heerschappij van Zeus, was bij de verdeling van de wereld door het lot, de zee aan Poseidon toegedeeld.[12] Hij zou dus op een toevallige wijze met dat element in verbinding zijn gekomen. Dit dient echter genuanceerd te worden: hoewel er een belangrijke chtonische component was in het wezen van Poseidon, maakte zijn verbondheid met water in al zijn aardse vormen een even wezenlijk deel van hem uit.            bron:wikipedia

                                                                                     eren

De verering van Poseidon in Griekenland was zeer algemeen. Nagenoeg alle Griekse stammen en alle Griekse landschappen stonden, zij het op verschillende wijze, met hem in nauwe betrekking. Vooreerst Thessalië, dat zijn bestaan en zijn vorming als het ware aan grote overstromingen en stormachtige aardbevingen had te danken, waar de god zelf door de bergen vaneen te scheuren aan het overtollige water een doortocht had verschaft naar zee, dan Boeotië, dat zo rijkelijk van water was voorzien en gedeeltelijk in zijn grote waterkommen, zoals het meer Kopaïs, de invloed van de god in hoge mate had ondervonden. Beide landen waren bewoond door de stam van de Minyërs, bekend wegens hun ridderlijke aard en lust naar avontuurlijke zeetochten. Verder in de Peloponnesos, waar op de Isthmos, als het ware voor de zeehandel geschapen, met zijn grote handelsstad Korinthe, de verering van de god, die alle goede gaven kon schenken, maar ook de grootste rampen kon berokkenen, als vanzelfsprekend een voorname plaats in het godsdienstig leven bekleedde. De smalle kuststrook, gelegen aan het noorden van de Peloponnesos, was bijna geheel het eigendom van de god. In de tempel van Poseidon op de Isthmos was ook het eerste schip te zien, dat ooit was gebouwd, de Argo. Daar wijdden de Grieken hem na hun roemrijke overwinningen op de Perzen, die de basis legden voor hun zeemacht, een kolossaal koperen beeld. Maar ook in het binnenland van de Peloponnesos, in Arkadië, waar de rivieren nu eens onder de grond verdwenen, dan plotseling weer tevoorschijn kwamen, waar in diepe holen onderaardse waterbekkens werden aangetroffen, genoot Poseidon grote verering.

In Troizen werd hij als basileus ("koning") vereerd en het zou daar geweest zijn dat hij Theseus, de latere koning van Athene, zou hebben verwekt. Hij werd ook als wanax ("koning", "leider") vereerd in Korinthe.

Om het bezit van Athene had hij met de godin Pallas Athena gestreden, en al was hij ook door deze overwonnen, toch had hij de sporen van zijn verblijf achtergelaten. Nog wordt de plaats aan de voet van de Akropolis gewezen waar hij met zijn drietand op de aarde heeft geslagen. Doch in de eredienst komt hij voor als geheel verzoend met Athena, en het was bijna alleen het heerlijke beeldhouwwerk op het gevelvlak van het Parthenon dat een herinnering aan die strijd bewaarde. Te Athene werd dan ook een schitterend feest te zijner ere, de Poseidon, gevierd.

 
Tempel van Poseidon in de Dorische kolonie Poseidonia.

Evenzeer was de dienst van de god verspreid in de Griekse koloniën. Enerzijds werd hij in de Ionische kolonies gevierd, tijdens de Panioniën, die ter ere van hem op het voorgebergte Mykale in Klein-Azië werden gehouden en waar zich het heiligdom van de Heliconische Poseidon bevindt.[16] Ze beschouwden dit als hun grootste godsdienstig feest. In de Dorische koloniën werd hij eveneens vereerd, maar hierbij valt evenwel inmenging van, en verwarring met, Oosterse erediensten niet te miskennen. Het spreekt vanzelf, dat aan een god die op zoveel plaatsen werd vereerd, zeer verschillende eigenschappen en werkzaamheden werden toegeschreven en dat niet overal dezelfde trekken van zijn wezen evenzeer op de voorgrond traden.

De maand december/januari, waarin de zee zich in haar meest onstuimige kracht openbaart, heette naar hem Poseideōn (Ποσιδεών, later Ποσειδεών) in de Attische kalender. In de andere Oud-Griekse kalenders had hij evenwel geen maand die naar hem werd vernoemd bron:csgcoins