eigenschappen
Poseidons woning ligt niet op de Olympus, waar hij wel toegang heeft. Maar met zijn gade Amphitrite verblijft hij in zijn gouden paleis te Aigai, dat in de diepte van de zee is gelegen.
In de eerste plaats dient hierop te worden gewezen, dat Poseidon tot die goden behoort, die het vroegst hun betekenis van natuurgod hebben verloren. Reeds bij de oudste dichters komt hij voor als de beheerser van de zee, nergens als een personificatie van de zee zelf. Zijn macht is echter beperkt. Volgens Homeros is hij de jongere broeder van Zeus, zodat zijn ondergeschiktheid aan deze overeenkomt met de beginselen van het aartsvaderlijk recht. Daarentegen is bij Hesiodos Zeus de jongste van de zonen van Kronos en Rheia, doch verstandiger en sterker dan de horigen. Poseidon mist de verheven en indrukwekkende kalmte en bezadigdheid van de beheerser van de hemel.
Wel is hij machtig en sterk, doch daarbij onstuimig als het element waarover hij heerst. Als hij met zijn drietand, die hij altijd als teken van zijn waardigheid in de hand draagt, in de zee stoot, dan verheffen zich de golven op onstuimige wijze, verpletteren de schepen en overstromen wijd en zijd het land. Met diezelfde drietand kan hij rotsen splijten, aardbevingen verwekken en eilanden uit de zee doen opkomen. Daarentegen is ook één woord, ja, één blik van hem voldoende om de hevigste storm te doen bedaren. Als hij op zijn gouden strijdwagen, met sterke, van koperen hoeven voorziene paarden met de snelheid van de wind voortvliegt over de vlakte van de zee, dan banen zich ook de hoogste golven voor hem als een gladde weg en de monsterachtige gedrochten der diepte duiken op en dansen spelend om zijn wagen. Tot deze trek van zijn wezen behoort ook de strijd die hij met andere godheden over het bezit van landstreken of steden voerde, zo met Pallas Athena over Athene (cf. supra) en Troizen, met Helios over Korinthe, met Hera over Argos. Een bewijs van zijn macht zijn ook de zeemonsters, die hij kan verwekken en die slechts door bloedige offers kunnen worden bevredigd (bv. Hesione en Andromeda.), de wilde stieren, die op zijn bevel uit de zee komen om de velden te verwoesten en de mensen te doden, zoals de Kretenzische en de Marathonische stier of zoals de stier die de dood van Hippolytos veroorzaakte.
Daartegenover staat, dat hij door zijn macht ook de beschermheer is van alle schippers en vissers. Deze bidden tot hem om een gelukkige vaart en een rijke visvangst en zij verzuimen niet hem bij het welslagen van hun pogingen offers te brengen. Ook de zeeoorlog stond onder zijn bestuur. Hij gaf de overwinning in de zeeslag. Daarom pleegden alle zeehelden zich als zijn gunstelingen te beschouwen, soms zelfs als zijn zonen.
Een tweede trek in het wezen van Poseidon is, dat hij de aarde schokte maar daarentegen haar ook met zijn krachtige armen vasthield en droeg. Toen de goden aan de strijd voor Troje deelnamen, wierp Zeus zijn bliksems van de hemel, maar Poseidon deed de aarde beven, zodat zij op haar grondvesten daverde en Aïdoneus, de vorst van de schimmen, vreesde, dat de zeegod het deksel van zijn duister rijk zou afscheuren en het openstellen voor de blikken van goden en mensen. Alle aardbevingen werden dus aan hem toegeschreven en waar grote scheuren of spleten in de rotsen werden aangetroffen, waar steile klippen zich in zee verhieven, daar meende men de sporen van de drietand van Poseidon te herkennen. Vooral was dit het geval met het eiland Nisyros, wat, naar men beweerde, in de Gigantomachie door Poseidon van het eiland Kos was afgescheurd en naar het hoofd van een van de Giganten geslingerd.
Athene was niet de enige plaats waar de drietand van de god drie grote openingen in de aarde ten teken van zijn aanwezigheid had achtergelaten.
Ook dikwijls deed hij eilanden uit zee oprijzen, zoals Rhodos, Anaphe, Delos en als een kundig bouwmeester deed hij ze rusten op vaste fundamenten, die waren gegrondvest in de zeebodem. Zo bouwde hij ook de koperen poorten die de Tartaros sloten, waarin Zeus de Titanen en de Hekatoncheiren had geworpen. Zo was hij ook koning Laomedon van Troje behulpzaam bij het bouwen van de muren van zijn stad en strafte hij hem zwaar, toen hij het bedongen loon voor de arbeid niet wilde uitbetalen. Door die trouweloosheid van de koning werd Poseidon voor altijd de vijand van de Trojanen.
Poseidon is ook de god die vruchtbaarheid schenkt aan het land, die door de bronnen en rivieren, welke hij doet ontstaan, zegen verspreidt, ja soms bronnen schenkt, waarvan het water de zieken kan genezen. Vooral in streken die doorgaans arm waren aan water, trad deze trek van zijn wezen op de voorgrond; zo in Arkadië en Argolis. Dit laatste landschap miste de gunst van de god, zo heette het in de sage, omdat Inachos het aan Hera en niet aan Poseidon had toegewezen, doch op één plek borrelt nog het heldere water van een bron uit de bodem; het is daar, waar Poseidon de liefde genoot van Amymone, de dochter van Danaos. Wellicht moet men ook uit deze eigenschap het grote aantal kinderen verklaren, dat hem werd toegeschreven.
De schepping van het paard wordt hem toegeschreven, het fokken van paarden, het paardrijden en alle daarmee verbonden ridderlijke oefeningen stonden onder zijn bescherming.[ Vooral de weidende paarden, de paardenkudden, stonden onder de hoede van de god, ja dit breidde zich zelfs tot alle kudden in het algemeen uit.
Er bestaan verschillende legenden over de oorsprong van het paard. Nu eens lezen we, dat Poseidon het tevoorschijn heeft doen komen door met zijn drietand tegen een rotsblok te slaan, dan weer wordt het voortgebracht door de door hem bevruchte aarde. Het eerste paard dat zo ontstaan is, heette Areion, waaraan andere legenden evenwel een andere afkomst toeschrijven. Dit behoorde eerst aan Herakles, daarna aan Adrastos. Over het algemeen achtte men aan hem het temmen van het paard te zijn verschuldigd; hij had geleerd het te leiden en het voor de wagen te spannen. Doch hij moest deze eer delen met andere godheden, vooral met Athena, die ook werd geacht de uitvindster van de teugel te zijn, een omstandigheid te meer die aanleiding gaf tot een gemeenschappelijke verering van de beide godheden, die men zich vroeger als vijandig tegenover elkaar dacht. Doch Poseidon mocht toch in de eerste plaats aanspraak maken op de naam van Hippios, d.i. "de paardengod" en aan zijn lievelingen gaf hij mooie paarden ten geschenke. Zo de paarden waarmee Idas erin slaagde om Marpessa aan de vervolgingen van Apollo te onttrekken, zo volgens sommigen de paarden, waarmee Pelops de overwinning behaalde op Oinomaos, terwijl andere legenden daarentegen juist de paarden van Oinomaos een geschenk van Poseidon noemen, zo vooral Balios en Xanthos, de beide paarden van Achilleus. Deze paarden, die uit Poseidon waren gesproten, of door hem aan zijn vrienden geschonken, waren niet alleen gevleugeld, maar zij bezaten ook het spraakvermogen.
Het spreekt vanzelf dat de god, die in zulk een nauwe betrekking stond tot het paard, ook de god was van alle wedrennen, hetzij met paarden, hetzij met paard-en-wagens. Daarin uit te munten, mooie paarden te hebben, ze op prachtige wijze uit te rusten voor de optochten die bij sommige godsdienstige feesten werden gehouden, of op doelmatige wijze voor de strijd, was een punt van eerzucht bij de aanzienlijke en rijke Grieken, vooral bij de Atheners. Alles wat daarmee verbonden was stond onder de hoede van Poseidon en het schijnt, dat op alle plaatsen waar de god werd vereerd, op gezette tijden wedrennen te zijner ere werden gehouden. Later zijn twee van die wedstrijden zozeer in aanzien toegenomen, dat zij al de overige verre achter zich lieten, vooreerst die te Onchestos, in Boeotië aan het meer Kopaïs gelegen, een stadje, dat geheel-en-al aan de dienst van Poseidon was gewijd. Daar was een heilig bos, waarin al de wagenmenners hun paarden pleegden uit te spannen, en zelfs het vurigste en wildste paard werd rustig, wanneer het dat bos betrad. Maar nog luisterrijker dan deze wedrennen waren de Isthmische Spelen, die een van de vier Panhelleense Spelen van de Grieken zijn geworden. Met Poseidon werd daarbij Melikertes vereerd en diens verering mengde op eigenaardige wijze sommige vreemde, uitheemse gebruiken onder de Griekse Poseidondienst. De Isthmische Spelen mochten op een hoge ouderdom bogen. Ze heetten ingesteld te zijn door koning Sisyphos van Korinthe. De Korinthiërs hadden er het bestuur over. De krans die aan de overwinnaars werd gegeven, was oudtijds van klimop, later van dennentakken, beide met de bedoeling om te wijzen op de treurige dood van Melikertes. bron: wikipedia
relaties en kinderen
Bij zijn wettige echtgenote Amphitrite had hij een zoon en drie dochters: Triton, Rhode, Kymopolea en Benthesikyme.
De zonen van de machtige en onstuimige god zijn krachtige en woeste wezens, zo de cycloop Polyphemos bij de nimf Thoosa, zo de geweldige Kyknos, die door Achilleus werd verslagen, zo Amykos, die door de vuist van Polydeukes viel, zo Korynetes, Prokrustes, Kerkyon en Skiron. Hij had een hekel aan Odysseus, omdat die zijn zoon Polyphemus blind had gemaakt.
Op geen plaats genoot Poseidon verering of men wist te verhalen van vrouwen, hetzij dan van goddelijke of menselijke afkomst, die hem daar hun liefde hadden bewezen en hem kinderen hadden geschonken. Evenwel moet daarvan de reden gedeeltelijk worden gezocht in de zucht om aan de heros, die men als de stamvader van een geslacht of de stichter van een polis beschouwde, goddelijke afkomst toe te schrijven. Zo wordt Poseidon genoemd als de vader van Pelasgos, Hellen, Achaios, Minyas, Boiotos, Doros, Taras, Kalaurios. Naar deze laatste zou het eiland Kalauria zijn vernoemd, waar een heiligdom voor Poseidon was dat het centrum vormde van een vroege amphictionie.[25]
De liefde van Poseidon voor Arne, d.i. "het lam", welke hem Boiotos baarde, en de mythe die verhaalde, dat de god zich in een ram veranderde om zich met Theophane, aan wie hij de gedaante van een schaap had gegeven, te verbinden en bij haar de ram met de gouden vacht te verwekken (zie Phrixos.), zijn voorbeelden van de nauwe betrekking waarin de god tot deze dieren werd gedacht.
Toen Poseidon liefde had opgevat voor Tyro, de mooie dochter van Salmoneus die zelf de riviergod Enipeus beminde, en de god zich onder diens gedaante met haar had verbonden, baarde zij hem tweelingen Pelias en Neleus, die zij te midden van een kudde weidende paarden te vondeling legde. De eerste werd door een merrie gezoogd, maar beiden werden onder de paarden opgevoed en werden sterke helden, die in alle ridderlijke oefeningen behagen schepten, met de dienst van Poseidon de teelt van zijn lievelingsdier verspreidden, Pelias in Thessalië, Neleus in Pylos, en beide door hun vader in hoge mate werden gezegend. Zo werd ook Hippokoön, de zoon, die Alope, de dochter van Kerkyon, aan Poseidon baarde door haar te vondeling gelegd en door een merrie gezoogd.
De sage van Melanippe, die de tweelingen Aiolos en Boiotos, welke zij de god schonk in een runderstal te vondeling legde, waar zij door een koe werden gezoogd en door een stier bewaakt, doelt in enige mate op Poseidons bescherming van de kudden (cf. supra). De lotgevallen van Melanippe en haar zonen waren een lievelingsonderwerp van de tragische dichters.
In een in Korinthe inheemse legende is Poseidon de vader van het gevleugelde paard Pegasus, die hij had verwekt bij de Gorgo Medusa. Toen dat paard naderhand aan Bellerophon ten gebruike werd gegeven, leerde Poseidon hem, hoe het te temmen en te besturen.
Ook is hij vader van Chrysaor, de de zeer sterke vechter , letterlijk: hij met het gouden zwaard.
Onder de door hem beminde personen hoorden ook onder andere Libya, Agenor, Belos, Iphimedeia, Aloeus en Molione. bron:wikipedia,csgcoins
Maak jouw eigen website met JouwWeb